Doen wat nodig is en de kracht van samenwerken
Soms kan je met elkaar echt iets in beweging zetten. Hulpverleners Lidewij Roes en Jannike Oltmans waren betrokken bij Quincy, een jongen die uit huis was geplaatst en in zijn leven al veel hulpverleners voorbij heeft zien komen. Hij stond te boek als ‘moeilijk kind’. Maar juist voor deze ‘moeilijke kinderen’ is het zo belangrijk om een verschil te maken.
Tien wins
Goed samenwerken levert soms wel tien ‘wins’ op. Quincy (20) heeft niet alleen een woning toegewezen gekregen, er ontstond ook een gevoel van ‘ertoe doen’, en meer rust en ruimte voor zijn zus en zijn vader. Bovendien werd er bewustzijn gecreëerd binnen – en het doorbreken van – de systemen van de woningbouwcorporatie en gemeente. Hoe is dat gelukt?
Moeilijk kind
Quincy woonde, nadat hij uit huis was geplaatst, samen met zijn zus en zusje bij hun opa en oma. Door hen en de pleegzorgwerker voelde hij zich destijds echt gesteund. Quincy en oma waren onafscheidelijk. Hij zette bijna geen stap zonder zijn oma. Later, in de puberteit, is er veel veranderd. Toen hij 19 was, is hij bij zijn vader gaan wonen. Quincy heeft veel hulpverleners voorbij zien komen: ‘Het maakte me zo boos als over mij werd gezegd: ‘Dit is een moeilijk kind.’
De pleegzorgwerker zou het hem zó gunnen dat zijn herinneringen van vroeger ook nog wat mooie mogen zijn.
Spanningen
De zus van Quincy verbleef op een groep bij Levvel. De situatie escaleerde daar, waarna ze bij haar vader en haar broer introk. Ze belde Lidewij Roes, haar gedragswetenschapper bij Levvel, om te vragen of er woning voor haar beschikbaar was. Lidewij zag daar geen mogelijkheden voor, haar voorstel was om gezinsgesprekken te voeren. Daarnaast heeft Lidewij praktisch naar de woonsituatie gekeken. Quincy’s zus sliep in de woonkamer op een matras. Uiteindelijk heeft hun vader zijn kamer afgestaan aan haar. Hij sliep toen in de woonkamer. Lidewij: “Hun vader is via hulpverlening aan zijn woning gekomen. Ik heb hun financiën onder de loep genomen. Ik heb hulp voor hun vader geregeld via het wijkteam, ook mentale hulp, en heel praktisch een bed en een kast geregeld.’. Ondertussen voerde Lidewij systeemgesprekken met het gezin: hoe gaan jullie hier in harmonie wonen? Het werd duidelijk dat Quincy behoefte had aan een eigen plek. De spanningen liepen op tussen hem en zijn zus.
Uit huis
Een optie was ‘begeleid wonen’ voor zijn zus. Maar daarvoor zijn wachttijden. Een betere oplossing was dat Quincy zelfstandig ging wonen, omdat hij zijn bestaanszekerheid goed op orde had: een steunend netwerk, een baan en voldoende inkomen. Quincy was eerst fel naar Lidewij, omdat hij dacht dat zij hem uit huis wilde hebben. Toen hij doorkreeg dat hij wat te winnen had, stelde hij zich meer open.
Passende oplossing
Quincy was inmiddels uitgeschreven bij Levvel, zijn zus kreeg nog ambulante hulpverlening. Daarom moest Lidewij echt puzzelen hoe zij kon doen wat nodig was en tegelijkertijd ook de uren kon declareren. Gelukkig hebben we binnen Levvel een maatwerkteam. Dit team kan een uitkomst bieden bij dit soort zaken. Zij hebben namelijk ‘vrij’ in te vullen uren om samen met de betrokken hulpverlener te komen tot passende oplossingen. Ze kunnen zowel coachend werken als ook meewerkend de hulpverlener ondersteunen. Lidewij zette Jannike Oltmans, coach bij Levvel, in. En Jannike ging intensief met Quincy aan de slag.
Eigen plan
Quincy: ‘Met Lidewij en Jannike gingen we een brainstormbord* maken. Dat voelde echt top, er was iemand die naar me luisterde.’ Quincy was echt toe aan een eigen plek, maar hoe kom je daaraan? Voor de urgentieregeling voor jongeren in de Zaanstreek kom je alleen in aanmerking als je 24-uurs jeugdzorg ontvangt en uit wil stromen naar een zelfstandige woning.
Jannike gooide een balletje op bij Parteon. Mara van Sluis, manager Klanten bij Parteon, voelde een appèl: ‘Je doet dit voor de maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het bespaart geld op de lange termijn, doordat er rust komt voor het gezin en de begeleiding minder lang hoeft door te lopen.’ Mara pleit ervoor om boven het systeem te hangen en zich af te vragen: wat doen we nou precies, klopt dit nog met de bedoeling? Wat is nu het beste voor deze jongere en voor de maatschappij? Een plek creëren betekent vaak een win-win situatie. Ze triggert graag systemen, zoals de gemeente, om op een andere manier te kijken en te handelen.
Bij Parteon gaat de discussie over gelijke behandeling: ze zijn er niet alleen voor mensen in een kwetsbare situatie, ze willen een goede mix in de wijken. Mara loopt juist harder voor de mensen in kwetsbare situaties: ‘Jongeren met jeugdhulp hebben weinig terugvalmogelijkheden en moeten het vaak alleen doen, de ‘gewone’ jongeren hebben vaak hun ouders nog.’
Beweging
Parteon verbindt zich aan verschillende (jongeren)projecten. Telkens is er maatwerk nodig, dus is het belangrijk om expertises te bundelen. Mara droomt van minder versnippering. Integrale samenwerking, zeker in de wijken, inclusief een sociaal wijkteam en jeugdhulp.
Uiteindelijk is iedereen het erover eens: Quincy krijgt een woning toegewezen. Ook de gemeente stemt in. Mara: ‘Daarvoor is het wel nodig om met elkaar de dialoog aan te gaan, te wisselen van perspectief, het grotere plaatje zien, een gezamenlijk doel hebben. Veel zit in het persoonlijke contact, gelijk gestemdheid, gezamenlijkheid nastreven en ego opzij zetten.’
Zelfvertrouwen
Quincy is heel blij met zijn huis. Jannike plaatste een oproep op sociale media en het intranet van Levvel: ‘Hij kreeg een vriezer, een koelkast, een wasmachine, een vloer, een gasfornuis! Met een verhuisbus van Levvel hebben we alles opgehaald. Quincy heeft zijn vader gevraagd de vloer te leggen.’ Quincy: ‘Mijn familie en ik vroegen ons of ik het wel zou redden. Tot een week na de verhuizing, ik voelde dat ik mijn plek gevonden had. Ik kreeg zelfvertrouwen en ritme. Ik kan eindelijk mijn eigen leven leiden! Gewoon chillen met mijn vrienden. Ik heb nooit echt geleefd. Ik ga er nu vaker op uit; even een hapje eten, biertje, mannenavond. Dat ik gelukkig ben, zie je aan hoe ik voor mezelf zorg.’
Lidewij heeft vertrouwen in hoe de familieleden met elkaar omgaan en Quincy in de gaten houden. Zijn vader heeft goed contact met het wijkteam en FACT. Als het minder goed gaat met Quincy, weet hij vast en zeker de juiste wegen te bewandelen.
* Dit noemen we bij Levvel 'het maatwerkkruis'. We gebruiken het om het perspectief van iemand helder te krijgen. We onderzoeken alle leefgebieden en maken een planning: wie, liefst binnen het eigen netwerk, wat doet op welk moment.
Dit artikel is gepubliceerd na toestemming van de betrokkenen. In verband met de privacy staat er een stockfoto bij dit bericht.